Foto: Kerk van Obergum. Auteur: Harde Sjaal, 18 september 2010. Licentie: Creative Commons.
In het kort De kerk van Obergum ligt op een vijf meter hoge wierde en is gebouwd in de eerste helft van de dertiende eeuw. Obergum is een dubbeldorp. Rondom de wierde ligt nog de zogenaamde ossengang. Oorspronkelijk is de kerk gebouwd als een dertiende eeuwse zaalkerk. Officieel heet de kerk de Sint Nicolaaskapel.
In de vijftiende eeuw is de kerk naar het oosten verlengd met een driezijdige koorsluiting. In de veertiende eeuw wordt een losstaande toren met zadeldak gebouwd, maar deze wordt later met de kerk verbonden.
In deze toren hangt een luidklok uit 1948. Deze klok vervangt een oudere klok die in de Tweede Wereldoorlog is geroofd door de Duitse bezetters. Het uurwerk in de toren is gemaakt in de zeventiende eeuw. In 1970 is besloten de kerk over te dragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken. In de jaren zeventig is de kerk fraai gerestaureerd.
Interieur
In het interieur vindt men een kabinetorgel vervaardigt in circa 1770 door de orgelbouwer Hendrikus Hermannus Hess. Het orgel heeft meerdere omzwervingen meegemaakt en is gerestaureerd door de firma Bakker & Tamminga en komt in 1971 in de kerk van Obergum terecht. Het originele orgel is van de hand van Martin Vermeulen en heeft tot 1905 in de kerk gestaan. Daarna is het gesloopt.
In het interieur is verder een preekstoel te zien in Lodewijk XV-stijl met wapens van de belangrijke families Van Nijenveen, Sichterman en Vinkers (1780). Ook treffen we een eenvoudige avondmaalstafel aan uit 1790. De herenbank dateert uit en eind van de achttiende eeuw. Het gebouw zelf en de inventaris zijn door verwaarlozing in het verleden ernstig geschonden, maar ook de ‘restauratie’ vanaf 1964 heeft de kerk geen goeds gedaan.
Foto: Kabinetsorgel. Foto: mei 1998, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
In 2002 is de kerk aangewezen als ‘huis der gemeente’. De kerk kan worden gehuurd voor het voltrekken van het burgerlijk huwelijk en biedt ruimte aan 120 personen. In feite is Obergum een tweelingdorp, samen met Winsum. Beide dorpen worden doorsneden door het Winsumerdiep. Aan de noordkant daarvan ligt Obergum en aan de zuidkant Winsum. Voor 1851 is Obergum een zelfstandige gemeente geweest, waarna het met Winsum is samengevoegd. De beide aaneengesloten kernen vallen onder beschermd dorpsgezicht. Bij Obergum hebben vroeger twee borgen gelegen, namelijk de Blauwborg en De Brake.
Plannen voor de toekomst De Stichting Oude Groninger Kerken heeft het idiote plan bedacht om in de oudste muur een doorbraak te maken. Verder moet er een soort verdieping in de kerk komen. Naast de kerk komt vervolgens een nieuwbouw voor opslag. De stichting wil de kerk op deze manier geschikt maken voor meerdere doeleinden en gebruikt de slechte restauratie uit de jaren zeventig van de vorige eeuw als argument. De reden dat het destijds een slechte restauratie was, is het feit dat het een van de eerste gerestaureerde kerken is geweest. Bovendien is er slecht nagedacht over de mogelijkheden bij deze restauratie. Het is en het blijft wat mij betreft een slecht plan (HH, 2017) [1].
Geschiedenis Het kerspel Obergum valt oorspronkelijk onder de proosdij van Baflo binnen het Bisdom Münster. Het kerspel wordt voor het eerst genoemd in een 15e-eeuws decanaatsregister. In 1726 wordt Maarhuizen (officieel, officieus al eerder) toegevoegd aan de gemeente en in 1811 Ranum. Het collatierecht van de kerk is lange tijd in handen van de familie Van Nijeveen van de borg De Brake. Midden 19e eeuw vererft dit recht op Mello Sichterman, die het echter meestal aan de kerk zelf overlaat. In 1911 wordt het recht afgekocht. In 1966 fuseert de gecombineerde gemeente Obergum-Ranum-Maarhuizen met de kerk van Winsum tot hervormde gemeente Winsum-Obergum, waarop het kerkgebouw van Obergum in 1970 wordt afgestoten. In 2010 gaat deze gemeente samen met de gereformeerde kerk op in de protestantse gemeente Winsum-Obergum. In 2016 fuseert deze gemeente met de protestantse gemeente Halfambt (Eenrum, Den Andel, Westernieland en Saaxumhuizen) tot protestantse gemeente Winsum-Halfambt [1].
Interieur naar het oosten, tijdens de verbouwing, oktober 1964; in het midden een grafkelder.. Bron: Rijksdient voor Cultureel Erfgoed. Foto: G.Th. Delemarre. Licentie: Public Domain.
Bouwgeschiedenis
De eigenaren van de borg 'De Brake' voorzien de kerk in die periode ook van nieuw meubilair, zoals een kansel in Lodewijk XVI-stijl (1780), avondmaalstafel (1790) en kerkbanken. In 1844 wordt de kerk opnieuw verbouwd, waarbij mogelijk de oude kap plaats heeft moeten maken voor een jufferkap en een houten tongewelf wordt aangebracht. Nadat in 1905 een orgel is geplaatst, wordt in 1913 een venster in de zuidgevel gemaakt om meer licht te krijgen op de orgeltribune. In de jaren daarna zijn neogotische vensters geplaatst in de noordgevel en worden de grafzerken en plavuizen in het middenpad vervangen door dubbel hard gebakken tegels met een geometrisch motief. Mogelijk in de jaren 1950 is fel gekleurd glas geplaatst in de ramen [1].
De restauratie
Grafkelder in de kerk bij de restauratie; niet meer zichtbaar. Foto: G.Th. Delemarre, oktober 1964, Rijksdienst voorr Cultureel Erfgoed. Licentie: Public Domain.
De kerk vormt een van de redenen van de oprichting van de Stichting Oude Groninger Kerken. Na haar oprichting wordt de kerk een jaar later in 1970 overgedragen, waarop Olsmeijer de restauratie in 1971 voltooit. Deze restauratie is zeer rigoureus geweest: De focus ligt meer op reconstructie, dan op conservering. De teruggevonden funderingsresten van de bogen worden als afwijkende voegen in de vloer opgenomen en de beide oorspronkelijke romaanse ingangen worden als moeten in het zicht gelaten. Een spitsboognis en de dichtgemetselde toegangen in de noord- en zuidmuur van het tussenlid zijn echter weggerestaureerd [1].
De grafkelders onder het koor zijn overdekt met een betonvloer, waarboven de grafzerken zijn geplaatst. De zuidwestmuur van het tussenlid is volledig opnieuw opgetrokken, waarbij een bestaande spleetvormige nis en kleine steunbeer zijn verwijderd. De houten vensterroeden zijn vervangen door niet oorspronkelijk aanwezige stenen vorkroeden met glas-in-loodramen. De bestaande toegang in de oostmuur van het koor is dichtgemetseld en het priesterpoortje in het koor wordt hersteld. Een aantal gotische vensters in de noordmuur zijn vervangen door romaanse vensters naar voorbeeld van een teruggevonden venster, terwijl een ander voor de plaatsing van een herenbank dichtgemetseld gotisch venster weer wordt opengemaakt [1].
Noord-west gevel onder orgel met oude vloer tijdens de restauratie in 1964. Foto: G.Th. Delemarrre, Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Creative Commons.
Het tongewelf is vervangen door een blauw geschilderde vlakke balkenzoldering, waarbij de balken zijn verplaatst. De gietijzeren kroonluchters zijn vervangen door een 'light track' met schijnwerpers (later weer vervangen door lampenkappen). De geplande ontmanteling van de toren is niet uitgevoerd, waardoor de latere beklamping behouden gebleven is. Wel zijn spaarvelden aangebracht in de bovenste muurvlakken van de west- en zuidgevel naar voorbeeld van die in de noord- en oostgevel. De bestaande galerij is deels verwijderd voor het weer kunnen openen van de spitsboog naar de toren. Het orgel is vervangen door een kabinetorgel in het koor. Bijna al het meubilair uit de 18e en toevoegingen uit de 19e eeuw ziijn verdwenen bij de restauratie van de kerk. Zo is de herenbank al in 1964 ontmanteld en verbrand. Alleen de avondmaalstafel uit 1790 en delen van de preekstoel uit 1780 (deels hersteld) zijn behouden gebleven. De kerkbanken zijn vervangen door stoelen [1].
Het vervolg
Het orgel
Het kan (helaas) verkeren.....
Noten en bronnen:
|